Wat onprettig bleef knagen na een gesprek dat ik onlangs had met hoogleraar seksuele gezondheid Ellen Laan, was haar opmerking over hoe het beleid in Nederland rond juiste seksuologische kennis en verspreiding daarvan, in feite gebaseerd is op tekort. En hoe dus ook van jongs af aan ons idee over onze individuele seksualiteit, is gebaseerd op een plaatje dat barst van de omissies. Wat aandacht krijgt, groeit. Dat weten we al lang. Wat maakt eigenlijk dat we dit hiaat in ons seksueel bewustzijn als maatschappij nog accepteren voor ons en onze kinderen?
Het is even een omweg, maar als je net als ik houdt van “the bigger picture”, dan zal dit uitstapje je vast bevallen. Ik leg het graag uit aan de hand van drie stappen.
Gisteren, tijdens het naborrelen met mijn geweldige tango-partner en mede-nerd, ontvouwde zich een bijzonder gesprek waarin ik vanuit een onverwachte hoek een antwoord vond. Hij is expert op het gebied van risicobeperking in de staal industrie. Om de kans op calamiteiten tot een minimum te reduceren maakt hij gebruik van de Bow Tie (strikje) theorie. Er zijn twee gekantelde driehoeken die met de punten tegen elkaar aanliggen en die verbonden zijn met een cirkel. Hieronder heb ik een diagram gemaakt.
STAP 1: De Bow Tie theorie gericht op risico
De kleine zwarte cirkel is waar het allemaal om draait. Dat is het gedeelte dat je wilt voorkomen. In de wereld van mijn danspartner is dat bijvoorbeeld een ongeluk met een pers waarmee heet staal onder hoge druk in zijn vorm gedrukt wordt. In mijn wereld is dat een verkrachting, straat-intimidatie of een SOA. Laat ik voor de rest van dit artikel de SOA als uitgangspunt nemen.
De linker helft van de driehoek is die van preventie en werkt als een trechter toe naar de smalste punt als symbool van verlaagd risico. Hier moeten maatregelen op worden genomen. Dat kan van alles zijn; van checklijsten, tot voorlichting, tot materiaal keuze, you name it. In het voorbeeld van de SOA kun je denken aan de beschikbaarheid van condooms, toegang tot informatie of cijfers over onveilig vrijen. Nu kan het gebeuren dat ondanks alle maatregelen het toch mis gaat; dat is de kleine zwarte parel. Dit kan in ernst variëren –HIV is ernstiger dan Chlamydia- maar daarover meer in stap 2.
Als het incident dan ondanks alle maatregelen heeft plaats gevonden, moeten er middelen zijn om de schade zo veel mogelijk te beperken. Dit is de rechterkant van het strikje. Als er staal weg lekt bijvoorbeeld kan een vooraf geplaatste grote bak onder de machine erger voorkomen. Of als er sprake is van een SOA: toegang tot de huisarts, medicijnen en een lijst met telefoonnummers van alle recente bedpartners. Links zijn dus maatregelen gericht op dat het níet voor komt, en rechts op dat schadelijke effecten beperkt blijven. So far, so good.
STAP 2: Risico ranking
Het spreekt voor zich dat niet alle incidenten even zwaar wegen. Onderstaande tabel zet de impact –de heftigheid- af, tegen de waarschijnlijkheid dat een bepaald incident plaats vindt. Korte- en lange termijn effecten, kleine en grote schade. Zo kan het zijn dat een milieuramp ver naar rechts op de Y-as staat, terwijl de waarschijnlijkheid dat zij plaats vindt erg laag is. In onderstaande tabel zie je dat zij ingeschaald wordt als 3 (rechtsonder). De beschikbare middelen die ontwikkeld en ingezet worden zijn gebaseerd op dit cijfer 3.
HIV oplopen in 1985 kende vaak een dodelijke afloop. Je stierf al snel aan aids. Tegenwoordig is HIV met medicijnen erg goed in toom te houden. Dit zou een van de verklaringen kunnen zijn waarom jongeren weer sneller en vaker onveilig vrijen. In mijn praktijk merk ik ook een afname op schaamte. Het komt domweg zo veel voor en is zo makkelijk te genezen dat er minder stil wordt gestaan bij de rest van de gevolgen. De waarschijnlijkheid om besmet te worden is even hoog gebleven, maar de impact is minder. De ranking daalt van een 4 naar een 2.
Als je de onderliggende dynamiek van deze gedachtenlijn volgt, kun je er van uitgaan dat er makkelijker beleid wordt gemaakt op iets dat bekend, zichtbaar en meetbaar is. Maar waar blijven dan de –wellicht doorslaggevende- determinanten die minder bekend, slecht zichtbaar en lastiger meetbaar zijn? Hoe spelen eigenwaarde, geaccepteerde man-vrouw verhoudingen of lichaamsbewustzijn een rol bij het oplopen van een SOA? Als alle beleid gericht is op dat wat we níet willen, hoe komen we dan ooit bij wat we wel willen? Wordt dat geacht vanzelf te gaan? Met welke boodschap houdt je de schoenen van je kind droog? A) loop níet door die plas! Of B) Loop om de plas heen over de stoep. Juist!
Waarom zou je “nee” zeggen tegen een voorstel in de Tweede Kamer om seksuele intimidatie te onderzoeken, als je weet dat de niet waargenomen signalen minstens net zo belangrijk zijn als dat wat je al denkt te weten en voor waar aan neemt?
STAP 3: De Bow Tie theorie gericht op welzijn
Het diagram van de Bow Tie Theorie blijkt gelukkig perfect toepasbaar op het positief omgekeerde. In dit geval stellen we niet het risico centraal, maar dat wat we juist wél nastreven. Ik vroeg mijn danspartner wat het omgekeerde is van risico. Toen viel hij voor het eerst even stil. Best een tijdje eigenlijk. Hij had er in al die jaren nog nooit zo over nagedacht.
Dit nieuwe model, naast het oorspronkelijke model is veel inclusiever. Hierin krijgt het beoogde welzijn, evenveel gewicht als het beoogde risico. Je werkt in de trechtervorm toe naar datgene wat je wilt (links). En als je daar dan bent, kun je deze winst vervolgens uitdiepen en ontwikkelen (rechts). Waarom zou je “ja” zeggen tegen onveilige seks, als je naast informatie over wat er mis kan gaan, ook een basisbesef hebt van wat je waard bent en waarom jij het waard bent beschermd te worden? En als iemand het onmiskenbare en bevorderende effect van een positief zelfbeeld op seksuele integriteit waar neemt, zijn het ik en alle andere mensen die dagelijks te maken krijgen met (verwerking van) seksuele grensoverschrijding. Juíst preventief!
In beleidsvorming met deze nieuwe constructie is er een vanzelfsprekende, centrale plek voor seksueel welzijn die verder reikt dan ons oude concept van gezondheid. Net zo goed als dat er tot nu toe een vanzelfsprekende plek was weggelegd voor risico. Seksuele vorming op basis van overvloed, in plaats van tekort. Eén die positieve resultaten veroorzaakt, borgt en uitbreidt.
Het vergt wel een denkomslag, die richting waar de #MeToo ons heen voert. Mocht je nog steeds denken “waar gaat dit over?!”, kijk dan even de aflevering Lentekriebels van De Luizenmoeder waarin herkenbaar duidelijk wordt dat we ons nog steeds zorgen maken over normale, fijne, gezonde ontdekkingstochten in seksualiteit. Dat we naast SOA’s voorkomen en trauma’s behandelen, ook zelfbeelden kunnen versterken, verbondenheid en gelijkheid helpen vormgeven of plezier en integriteit kunnen ondersteunen. Als we ons beleid vorm zouden kunnen geven vanuit overvloed en bekrachtiging, zou dat een enorme impact hebben op onze seksuele gezondheid en welbevinden.